Berichten uit Diverse Bronnen

 

woensdag 5 april 2023

Verschening van de Koning der Barmhartigheid op 25 maart 2023 boven de Fontein Maria Annuntiata met een Regen van Lelies

Bericht van Onze Heer aan Manuela in Sievernich, Duitsland.

 

Boven ons in de hemel zweeft een groot gouden lichtbol. Zeven kleinere lichtballen begeleiden de grote gouden lichtbol. De grote lichtbol opent en wij worden allen gebad in een wonderbaar gouden licht. Een roodachtig licht komt ook uit deze sfeer en omhult ons. Het genadevolle kind Jezus verschijnt uit de grote lichtsfeer in de vorm van Praag. De Koning der Barmhartigheid draagt een groot gouden kroon, een donkerblauwe robe en een donkerblauw mantel. De robe en het mantel zijn geborduurd met gouden lelies. In Zijn rechterhand houdt de hemelse Koning een grote gouden scepter en in Zijn linkerhand de Vulgata, het Heilige Schrift. Nu openen ook de andere zeven lichtballen. Het licht schijnt naar beneden tot ons toe. Uit de zeven lichtballen komen zeven engelen, gekleed in eenvoudige witte gewaden. De engelen nemen het mantel van het kind Jezus en spreiden het breed over ons uit, als een tent. Terwijl zij dit doen, zingen de engelen: "Et Verbum caro factum est, et verbum caro factum est, et verbum caro factum est, et habitavit in nobis!" Nu kijken de engelen naar ons en laten witte leliebloemen op ons neerregenen. Het is een regen van lelies die op ons valt. De pelgrims om me heen ruiken een lelielucht en roepen entoeniast hun ervaring uit. De Hemelse Koning kijkt naar ons, vooral naar de aanwezige kinderen, en Hij is erg blij.

De Koning der Barmhartigheid spreekt.

"In naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen. De Zoon, dat ben Ik, dierbare vrienden. Ik vreug me in jullie komst. In jullie gebed der verzoening voor de Eeuwige Vader. Vandaag is het feestdag van Sievernich. Mijn Allerheiligste Moeder kwam tot jullie en bereidde de weg voor Me. Vandaag geef Ik jullie mijn genaden."

Het genadevolle kind Jezus komt dichter bij ons toe en spreekt:

"Hoe vaak riep Mijn Allerheiligste Moeder het volk? Hoeveel keren verscheen Zij op aarde? En toch verharden jullie harten en blijven jullie oren gesloten. Maar Ik kom tot de Mijnen. Mijn schapen zullen niet verloren gaan. Open jullie harten voor Mijn Woord, voor het Heilige Schrift."

Het Heilige Schrift opent in de hand van het kind Jezus. Ik zie de bijbelpassage Jeremia 32, 29 - 44. Van het Heilige Schrift komt een stralend licht tot ons toe.

Er werd een persoonlijke mededeling gedaan.

De Koning der Barmhartigheid neemt Zijn scepter naar Zijn hart en het wordt de aspergil van Zijn Kostbaar Bloed. Hij zegent ons en besprenkelt ons met Zijn Kostbaar Bloed "In naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen." Toch worden ook de mensen ver weg die aan Hem denken, besproeid met Zijn Kostbaar Bloed. Dit zegt de Koning der Barmhartigheid. Verder spreekt Hij:

"Wees niet bang! Word niet moedeloos, want Ik ben bij jullie. Ga niet dwalen! Bleef trouw aan het woord van de Vader, het woord der vaders des geloofs. Er waren altijd de boze geesten die mensen wilden neerhalen. Dit is niets nieuws, dierbare vrienden! Leef in de sacramenten van Mijn Kerk! Wat Michaël jullie gezegd heeft, is essentieel: getuig, word getuigen des geloofs! Mijn woord is het woord van de Eeuwige Vader. Het geldt voor alle eeuwigheid! Dierbare vrienden, het is niet relatief. Er is slechts één waarheid des geloofs. Mijn apostelen beschermden Mijn Woord en het Woord der Eeuwige Vader. Het was heilig aan hen. Ze veranderden het nooit, maar gaven het trouw door. Jullie moeten hetzelfde doen. Dit is mijn opdracht aan jullie. Bleef trouw! Adieu!"

M.: "Adieu, Heer!""

De Koning der Barmhartigheid keert terug naar het licht en wenscht ons nog het volgende gebed:

"O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, leid alle zielen naar de hemel, vooral die er meest van Uw barmhartigheid nodig hebben."

De engelen gaan nu ook terug naar het licht. De Heer en de engelen verdwijnen. Ik zie dat het mandje waarin zich de brieven met de gebedsverzoeken der mensen bevinden, bedekt is met veel witte leliesbloemen.

Dit bericht wordt bekendgemaakt zonder voorbehoud van het oordeel der Kerk.

Copyright.

Zie voor dit bericht Jeremia 32:29 - 44.

Jeremia 32 : 29 - 44

De Chaldeeërs die tegen deze stad vechten, zullen binnenkomen en de stad in brand steken en tot as verbranden, samen met de huizen waarop ze rookoffers aan Baal hebben aangeboden en drinkofferingen aan vreemde goden om mij te prikkelen.

Want het volk van Israël en Juda heeft vanaf hun jeugd alleen maar wat Mij misplaat, ja, het volk van Israël heeft Mij door hun gedrag altijd geërgerd, zegt de Heer.

Want deze stad heeft mijn toorn en woede opgewekt vanaf haar stichting tot vandaag, zodat Ik haar moet verjagen uit Mijn aanzicht

omdat van al het kwaad dat het volk van Israël en Juda gedaan hebben om mij te prikkelen, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesters en hun profeten, het volk van Juda en de inwoners van Jeruzalem.

Ze hebben zich van Mij afgekeerd en niet naar Mij toe. Ik onderwees hen onophoudelijk, maar zij luisterden niet en verbeterden hun weg niet.

In plaats daarvan stelden ze hun gruwelen op in het huis waarover mijn naam wordt uitgeroepen, om het te profaneren.

Ze hebben de hoogte van Baal gebouwd in het dal van Ben-Hinnom om hun zonen en dochters door het vuur voor Moloch te laten gaan. Ik heb hen nooit bevolen dit te doen, en het is mij nooit in gedachten gekomen om zo'n gruwel op te leggen en Juda tot zonde te brengen.

Maar nu - aldus spreekt de Heer, de God van Israël, over deze stad die jullie zeggen is aan de koning van Babylon gegeven door het zwaard, hongersnood en pest:

Kijk eens, ik verzamel hen uit alle landen waar ik ze in mijn toorn en woede en grote ergernis heb verspreid. Ik breng hen terug naar deze plaats en laat hen veilig wonen.

Ze zullen mijn volk zijn en ik zal hun God zijn.

Ik zal ze doen dat ze slechts één ding in gedachten hebben en streven naar slechts één ding: mij te vrezen al hun dagen, voor hun heil en dat van hun nakomelingen.

Ik sluit een eeuwige verbond met hen af dat ik niet van hen zal wegtrekken maar hen goed zal doen. Ik zet de vrees voor mij in hun harten zodat ze niet van mij afdwalen.

Ik zal me over hen verheugen als ik hen goed doe. In mijn getrouwheid plant ik hen in dit land met al mijn hart en ziel.

Want aldus spreekt de Heer: Zoals ik aan dit volk alle grote rampen heb gebracht, zo zal ik ook over hen brengen alles het goede dat ik hun beloofd heb.

Velden zullen weer gekocht worden in dit land waar jullie zeggen: Het is een woestijn, zonder mens of dier, aan de hand van de Chaldeeën gegeven.

Velden zullen voor geld weer gekocht worden, koopakten zullen opgesteld en bezegeld zijn, en getuigen zullen in het land van Benjamin genomen worden, in de buurt van Jeruzalem, in de steden van Juda en de bergen, in de steden van Shephrah en Negeb. Want ik keer hun lot om, spreekt de Heer.

Bronnen

➥ www.maria-die-makellose.de

➥ www.uibk.ac.at