zondag 4 april 2021

Pasen – Feest van de Verrijzenis van de Heer

Bericht van God de Vader gegeven aan visionair Maureen Sweeney-Kyle in North Ridgeville, VS

Nogmaals (Maureen) zie ik een Grote Vlam die ik herken als het Hart van God de Vader. Hij zegt: "Halleluja! Vandaag vieren wij mijn Zoon's* overwinning op zonde en dood! Het is een overwinning die Satan verbaasde. De ochtend was stil en vredig, in scherp contrast met het stormachtige lawine van Goede Vrijdag. Zijn opstanding uit de dode was stilletjes en vredig zonder veel opschudding. Maar de gevolgen van Zijn Verrijzenis brachten overwinning door de generaties heen in de harten der gelovigen."

"Het hele Hemelrijk viert Zijn Overwinning vandaag. Alle problemen lijken te verdwijnen in het eeuwige Licht van Zijn Overwinning. Vandaag ben ik een zeer reële deel van het hart der wereld en de overwinning op zonde in elk hart. Juich met mij!"

Lees Johannes 20:1-18+

De Verrijzenis van Jezus

1 Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena vroeg in de morgen bij het graf, terwijl het nog donker was, en zag dat de steen weggenomen was van het graf.

2 Zo liep ze snel naar Simon Petrus en de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: "Ze hebben de Heer uit het graf genomen, en wij weten niet waar zij Hem gelegd hebben."

3 Toen kwam Petrus met de andere discipel eruit, en ze gingen naar het graf.

4 Ze liepen beide snel, maar de andere discipel was sneller dan Petrus en kwam als eerste bij het graf;

5 en buigend om naar binnen te kijken, zag hij de linnen doeken liggen daar, maar ging niet binnnen.

6 Toen kwam Simon Petrus, die hem volgde, ook bij het graf; hij ging erin en zag de linnen doeken liggen,

7 en het zakdoekje, dat op zijn hoofd was geweest, niet met de linnen doeken maar apart gerold in een plaats.

8 Toen ging ook de andere discipel erin, die als eerste bij het graf was gekomen; hij zag en geloofde;

want nog wisten zij niet uit de Schrift dat Hij moest opstaan van de doden.

Toen gingen de discipelen terug naar huis.

Jezus verschijnt aan Maria Magdalena

11 Maar Maria stond huilend buiten het graf, en terwijl ze huiilde buigde zij om naar binnen te kijken in het graf;

12 en zij zag twee engelen in wit zitten waar de lichaam van Jezus had gelegen, één aan het hoofd en één aan de voeten.

13 Zij zeiden tegen haar: "Vrouw, waarom huil je?" Zij zeide tegen hen: "Omdat zij mijn Heer hebben weggenomen, en ik weet niet waar zij Hem hebben gelegd."

14 Dit zeggend keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was.

15 Jezus zeide tegen haar: "Vrouw, waarom huil je? Wie zoekt gij?" Aannemend dat Hij de tuinman was, zeide zij tegen Hem: "Heer, als gij Hem hebt weggenomen, zeg mij dan waar gij Hem heeft gelegd, en ik zal Hem wegnemen."

16 Jezus zeide tegen haar: "Maria." Zij keerde zich om en zeide tegen Hem in het Hebreeuws: "Rab-bo'ni!" (wat betekent Leraar).

17 Jezus zeide tegen haar: "Rak mij niet aan, want ik ben nog niet opgestegen tot mijn Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op tot mijn Vader en jullie Vader, tot mijn God en jullie God."*

18 Maria van Magdala ging en zeide tegen de discipelen: "Ik heb de Heer gezien"; en zij vertelde hun dat Hij deze dingen tegen haar had gezegd.

Jezus geeft de discipelen de macht om zonden te vergeven

19 Op de avond van die dag, de eerste dag van de week, terwijl de deur gesloten was waar de discipelen waren vanwege hun angst voor de Joden, kwam Jezus en stond tussen hen en zeide tegen hen: "Vrede zij met jullie."

20 Toen Hij dit had gezegd, toonde Hij zijn handen en Zijn zijkant. Toen waren de discipelen blij toen zij de Heer zag.

* Onze Heer en Verlosser, Jezus Christus.