vrijdag 3 oktober 2025
Wees moedig en schaam je niet om uw geloof te leven, over Jezus en Maria te praten en beide in jullie harten te dragen!
Verschijning van Sint Charbel op 22 september 2025 aan Manuela in Sievernich, Duitsland

Sint Charbel verschijnt en spreekt tot ons:
"In de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest. Amen."
Sint Charbel draagt iets in Zijn handen, en ik vraag Hem: “Dierbare Sint Charbel, wat hebt U daar?”
Sint Charbel antwoordt:
"Hier op deze plaats, dierbare vrienden, heb ik mijn cedersboom geplant. Een cedersboom van geloof en vertrouwen in Jezus. Ik ben uit de hemel naar jullie gekomen om jullie de genade van de hemel te geven, die het verdienste en de liefde van Jezus is. Ontvang iedereen met liefde en ontzeg hen niet de poort naar de hemel; want de Heer, Jezus, de Koning der Barmhartigheid, kijkt niet op de mens zoals mensen doen. Hij kijkt in jullie harten! Jezus komt graag je open harten binnen; Zijn Allerheiligste Moeder Maria komt ook graag binnen. Jullie hart zal beschermd worden door de heilige engelen als jullie dat willen."
Nu zie ik Sint Charbel een klein cedersboompje met wortels in Zijn handen dragen. In de wortels van het cedersboom zien ik de Heilige Schriften. Ze openen en ik zie het volgende passage uit Handelingen 10 in de Heilige Schriften:
Cornelius stuurde een gezantschap
1 In Caesarea was er een man genaamd Cornelius, een centurio van de Italiaanse Cohort.
2 Hij en zijn hele huishouden waren vroom en godvrezend, gaven almoezen vrijgevig aan het volk en baden tot God onophoudelijk.
3 In een visioen zag hij duidelijk een engel van God in zijn huis komen omstreeks de negende uur van de dag en hem aanspreken: Cornelius!
4 Hij keek naar hem met angst en vroeg, Wat is het, Heer? Hij antwoordde, Jullie gebeden en jullie almoezen zijn als een offer opgestegen tot God.
5 Nu stuur mannen naar Joppa en haal daar een zekere Simon bij naam Petrus.
6 Hij verblijft bij Simon de looier, wiens huis aan zee ligt.
7 Toen de engel die tot hem had gesproken was weggegaan, riep hij twee van zijn dienstknechten en een godvrezend soldaat uit zijn gevolg bij zich.
8 Hij vertelde hen alles en stuurde ze naar Joppa.
Het visioen van Petrus
9 De volgende dag, toen zij op weg waren en de stad naderden, ging Petrus omstreeks de zesde uur het dak op om te bidden.
10 Hij werd hongerig en wilde eten. Terwijl ze iets bereidten, viel hij in een trance.
11 Hij zag de hemel open gaan en een vaatje als een groot linnen doek neerkomend op aarde, aan zijn vier hoeken naar beneden gelaten.
Daarin waren alle soorten viervoetige dieren en kruipende wezens van de aarde en vogels van de lucht.
En een stem riep hem toe: "Kom, Petrus, sta op, slacht en eet!"
Maar Petrus zei: "Nooit, Heer! Ik heb nooit iets gegeten dat onrein of vuil is."
Toen sprak de stem voor een tweede keer tot hem: Wat God rein verklaard heeft, moet je niet onrein noemen!
Dit gebeurde drie maal. En meteen werd het vaatje weer omhooggetrokken in de lucht.
Opgeroepen naar Caesarea
Petrus was nog steeds bezig over te peilen wat het gezicht betekende dat hij gezien had, toen de boden van Cornelius Simons huis vonden en voor de poort stonden.
Ze roepen hardop vraagend of Simon, ook bekend als Petrus, daar verbleef.
Petrus was nog steeds bezig over het gezicht na te denken toen de Geest tot hem zei: Twee mannen zoeken naar jou.
Ga neer en ga met hen mee zonder aarzeling, want ik heb hen gestuurd.
Zo ging Petrus naar de mannen toe en zei: Ik ben degene die jullie zoeken. Wat brengt jullie hier?
Ze antwoordden: Cornelius, een centurio, een rechtvaardig en God-vrezend man, hoog aangeslagen door de hele Joodse gemeenschap, is bevelen gekregen door een heilige engel om naar jou te sturen om je naar zijn huis te halen en instructie van jou te ontvangen.
Zo nodigde hij hen binnen en verwelkomde hen gastvrij. De volgende dag vertrok hij met hen mee. Enkele broeders uit Joppa begeleidden hem.
Petrus ontmoet Cornelius
De volgende dag kwam hij aan in Caesarea. Cornelius wachtte op hen en had zijn familieleden en goede vrienden uitgenodigd.
Toen Petrus binnen wilde gaan, ontmoette Cornelius hem en viel voor zijn voeten neer als teken van eerbied.
Maar Petrus hief hem op, zeggend: Sta op! Ik ben zelf maar een mens.
Terwijl hij met hem praatte, ging hij binnen en merkte de vele mensen die zich hadden verzameld.
Hij zei tot hen: Jullie weten dat het voor een Jood onwettig is om te verkeeren of in de buurt van een vreemdeling te komen. Maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens mag noemen onheilig of vuil.
Daarom kwam ik zonder bezwaar toen jullie naar me stuurden. Nu vraag ik jullie, waarom hebt jullie naar me gestuurd?
Cornelius antwoordde: Vier dagen geleden, om de negende uur, bad ik in mijn huis. Plotseling stond er een man voor mij met schitterend kleding
en zei: Cornelius, je gebed is verhoord en jouw naastenliefde is God bekend.
32 Zend nu naar Joppa en roep Simon op, die ook Peter wordt genoemd. Hij verblijft in het huis van Simon de looier bij zee.
33 Ik heb je onmiddellijk laten halen, en jij hebt goed gedaan om te komen. Nu zijn wij allen hier voor God om alles te horen wat de Heer jou heeft opgedragen ons te vertellen.
Proclamatie aan het huis van Cornelius
34 Toen begon Petrus te spreken: Nu begrijp ik echt dat God niet naar uiterlijk kijkt.
35 Hij is welgezind tegenover hen in elk volk die Hem vreesen en recht doen.
36 Hij zond Zijn woord uit aan de Israelieten en verkondigde vrede door Jezus Christus: dit is de Heer over alles.
37 Jullie weten wat er gebeurd is in het hele land van de Joden, beginnend in Galilea, na de doop die Johannes predikte;
38 hoe God Jezus uit Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht, hoe Hij rondging om goed te doen en allemaal genezen die door de duivel onder druk werden gezet, want God was bij Hem.
39 Wij zijn getuigen van alles wat Hij gedaan heeft in het land der Joden en in Jeruzalem. Zij hebben Hem gekruisigd en doodgemaakt.
40 Maar God heeft Hem op de derde dag uit de doden opgewekt en hem verschijnen laten,
41 niet aan iedereen, maar alleen aan de getuigen die door God gekozen zijn, ons die met Hem gegeten hebben en gedronken na Zijn opstanding van de doden.
42 Hij heeft ons de taak gegeven om het volk te verkondigen en getuige te zijn dat Hij de rechter is aangesteld door God over levenden en dode.
43 Alle profeten getuigen van Hem, dat iedereen die in Hem gelooft vergeving der zonden ontvangt door Zijn naam.
De Heilige Geest komt op de heidenen neer
44 Terwijl Petrus nog sprak, kwam de Heilige Geest over allen die het woord hoorden.
45 Alle gelovigen van Joodse afkomst die met Petrus waren gekomen, verbaasden zich erover dat ook op de heidenen de gave der Heiligen Geest was uitgegoten.
46 Want zij hoorden hen in talen spreken en God prijzen. Toen zei Petrus:
47 Kunnen wij het doopwater weigeren aan diegene die, net als wij, de Heilige Geest ontvangen hebben?
48 En hij beval dat zij in de naam van Jezus Christus gedoopt zouden worden. Toen vroegen zij hem om bij hen te blijven voor enkele dagen.
Sint Charbel zegt verder:
"Lees daar dat God naar het hart kijkt en niet naar de persoon! Ik zeg je, en ik zeg het aan alle geestelijke vaders, dat de Kerk in bloed wordt gereinigd. Bid veel voor vrede! Wees moedig en schaam je niet om jouw geloof te leven, over Jezus en Maria te praten en beiden in jullie harten te dragen!"
Nu raakt Sint Charbel ons allen aan en een grote kracht stralt van hem uit.
Hij zegt vaarwel en zal ons later met de priester zegenen.
Dit bericht wordt openbaar gemaakt zonder voorbehoud ten aanzien van het oordeel van de Rooms-Katholieke Kerk.
Auteursrecht. ©